9-9-2015
Over ontstemmende Stratocasters
”Bullets” …a whole different ball end game.
In de werkplaats krijg ik regelmatig te maken met Strats die ontstemmen.
De oorzaak is meestal frictie, oftewel glijweerstand die de snaar ondervindt.
Op de brug, op de nut, bij de mechanieken, daar kan het zich voordoen.
Ik kan nuts vervangen, Locking tuners aanbrengen, of zelfs de tremolobrug vervangen.
Vaak helpt dat.
Er is echter een probleem dat te vaak over het hoofd wordt gezien.
Dat heeft te maken met het ‘ball end”.
Dat is het ringetje waar aan het uiteinde de snaar omheen zit gewonden.
Vrijwel alle snaarmerken gebruiken deze ball-end, ook Fender snaren.
Er is een probleem met waar de snaar is geknipt.
Dat laatste stukje, zit nooit mooi tegen de snaar aan, maar steekt een beetje uit naar buiten toe.
Precies dit ‘piefje’, gaat in het tremoloblok tegen de wand van het gat zitten schrapen.
Hierdoor kan de snaar dus consequent ontstemmen, elke keer wanneer je de tremolo gebruikt, of wanneer je de snaar tijdens je spel opdrukt.
Dus als je gitaar nog steeds ontstemt, nadat je veel geld hebt uitgegeven om de nut, de mechanieken en de tremolo te laten vervangen….,
Dan moet je eens Fender Bullet snaren proberen.
Die bestaan al heel lang en lossen precies het probleem op dat ik hierboven beschrijf.
Ze kunnen niet ‘schrapen’ omdat de snaar aan het uiteinde vast zit aan een zogeheten ‘bullet’
Ik vind het prima snaren, zeker voor gebruik met een Fender style tremolo.
Bij mijn weten is Fender de enige die ze maakt en dat is eigenlijk best raar.
Bij ontstemmingsproblemen zou ik ze zeker even proberen.
=============================================================
29-8-2015
Mijn visie op Gitaar Elementen en Output
De grote vergissing is dat bijna iedereen denkt ‘Hoe meer output, hoe beter’,
alsof het de PK’s van een automotor betreft.
Misschien kan ik je alvast een beetje uit die droom halen, door je te vertellen
dat de gitaar-pickups met de meeste output, meestal een batterij gevoede voorversterker aan boord hebben. Die voorversterker is er natuurlijk niet omdat
de elementen zo’n hoge output hebben, maar juist omdat de output eigenlijk
veel te laag is.
Verreweg de meeste gitaarelementen van Fender en Gibson, die in het verleden
bepalend zijn geweest voor de wereldstandaard, gebruiken de techniek van de jaren dertig uit de voorbije eeuw. In die tijd konden versterkers uitsluitend hoog-ohmige
signalen uitversterken tot een gewenst niveau. Pas met de komst van Hi-Fi in de jaren zestig, werd het mogelijk om zwakkere signalen goed uit te versterken.
Voor gitaren was toen echter de trend reeds gezet, met hoog-ohmige techniek en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven.
Vrijwel alle gitaarversterkers kunnen alleen maar een hoog-ohmig signaal uitversterken.
Zou de gitaarwereld zijn meegegaan met de stand van de techniek, dan hadden we nu
allemaal op Hi-Fi gitaarversterkers gespeeld met een minimum aan brom en overige bijgeluiden. Batterijen en ingebouwde voorversterkers zouden volledig overbodig zijn geweest, omdat dat onderdeel dan in elke gitaarversterker reeds zou zijn ingebouwd.
Het is allemaal anders gelopen en de oude techniek kent zeker ook zijn charme.
Het ‘warme’ geluid van hoog-ohmige pickups wordt ondermeer veroorzaakt door
de hoge weerstand in de elementspoel. Om een redelijk signaal uit een element te halen, had je vroeger toch al gauw zo’n 5000 wikkelingen nodig.
Fender gebruikte tussen de 7000 – 9000 wikkelingen en Gibson ongeveer
2x 4000 in een serie geschakelde Humbucker, wat ook neerkomt op 8000 wikkelingen.
Om hierbij de afmetingen van een element binnen de perken te houden,
heb je dan heel dunne gelakte wikkeldraad nodig, met diktes die schommelen tussen
de 0,04 mm en 0,07 mm. Per omwenteling van gemiddeld 15 cm en dat dus, keer 8000, dan kom je op een totale lengte uit van 1200 meter dunne koperdraad per spoeltje.
Dat is de weg die je gitaargeluid moet afleggen, voordat het je versterker in gaat.
Die weg wordt niet ongeschonden afgelegd. Vooral de zwakke en fijnere signaaltjes,
die de hoogste tonen van je geluid bevatten, geven onderweg naar je versterker de
moed op en komen niet aan.
Je ‘warme geluid’ is dan ook niets anders als je oorspronkelijke geluid zonder de hoge tonen.
Dit kun je koesteren met woorden als ‘warm’ en ‘vet’, maar technisch gezien is het niet meer dan een geschonden geluidssignaal.
Deze charme kun je dus eigenlijk een beetje vergelijken met de wielrenner die halverwege het parcours in de sloot is gereden en met zijn hoofd en ellebogen in het verband, nu een uur achter het peloton rijdt, om zijn sportieve eer te redden.
Is dat charmant? Ja natuurlijk wel. Maar of het ook slim is, dat is een tweede.
De realiteit is nu dat we in feite dus zitten opgescheept met achterhaalde techniek.
Daar moeten we het voorlopig nog mee doen.
Daar hoeven we niet om te treuren, want het is ook leuk, net zoals vijftiger jaren auto’s
dat ook zijn.
De basic designs, zijn een Strat-achtige single coil (7600 wikkelingen) of een tweespoels Humbucker (2x 4000 wikkelingen).
Maar ik vraag mij dus af, wat het voor zin heeft om pickups nog meer wikkelingen
mee te geven.
Mensen denken ”deze gitaar gaat harder dan die andere”.
Dat is alleen maar omdat er meer wikkelingen op de spoel zitten.
Maar het geluid is hierdoor niet beter geworden.
Er zijn ‘onderweg’ alleen maar nog meer hoge tonen ‘uitgevallen’.
Als je die hoge tonen niet wilt, dan kun je die toch ook wegdraaien met je toonregeling!
En als je meer volume wilt, waarom zet je dan je versterker niet wat harder?
Dus, die high output pickups hoeven van mij niet zo nodig.
Het echte geluid zit eigenlijk helemaal niet in je pickups, maar veel meer in je gitaar en
in hoe jij er op speelt. Dat is de werkelijkheid.
De charme van je geluid zit veel meer in de hoogweergave van je element dan in de
definitieloze modder van van je laagweergave.
Ik zit er helemaal niet op te wachten, dat er straks alleen nog maar Strats verkrijgbaar zijn met high output pickups waar 12.000 wikkelingen op zitten.
De enigen die daarop zitten te wachten zijn de fabrikanten, die graag inspelen op de onwetendheid van kopers, die in de winkel alleen maar zoeken naar de gitaar waar
het ‘hardste’ geluid uit komt.
Met zulke elementen in een gitaar, maakt het ook weinig verschil of een gitaar is gemaakt van goed klankhout, of van waaibomenhout, want dat hoor je vooral in de hoogweergave. En als die er niet is….tja.
Het is maar wat je zoekt.
=============================================================
3-5-2015
1956 Gibson type ES-125,
werd door Gibson geintroduceerd in 1941, als opvolger van de ES-100. De gitaar had een P-90 pickup met een volume- en ’n tone-regelaar. De productie van de ES125 werd in 1942 alweer gestopt en na de tweede wereldoorlog weer opnieuw uitgebracht in 1946.. Het 1e model had een kleinere body (14,5 inch), dan deze 16,25 inch brede klankkast. Deze gitaar is nog in verrassend goede staat en klinkt heel evenwichtig. Met zijn short-scale mensuur heel geschikt ook voor finger-style gitaristen. Stukje historie dat nog lang niet klaar is met bespeeld worden. In een museum hangen, dat zou echt zonde zijn.
De bedrading was aan gewerkt en liet te wensen over. Niet afgeschermde bedrading, goedkope plugingang en slechte verbindingen. Bromgevoeligheid was hier het gevolg van. In m’n werkplaats heb ik nu de bedrading helemaal in 50’s style gerestaureerd. =============================================================
9-4-2015
Invloed van hout op het geluid van een solid body gitaar Blijkbaar is de invloed van hout op het geluid van een solid body gitaar, nog niet voor iedereen een onomstotelijk bewezen feit. Bekijk onderstaand filmpje op Youtube maar eens voor onderbouwing van de feiten.
https://www.youtube.com/watch?v=0Y_tyUjkkhA
===============================================================
8-4-2015
Waarom oude instrumenten vaak beter zijn. Soms kom je er ineens een tegen. Een redelijk gaaf instrument met een leeftijd van veertig plus. De klank is warm en open en ook doorleefd. Een oudje heeft vaak kwaliteiten die je in nieuwe instrumenten niet kunt inbouwen. Toch is oud lang niet altijd een garantie voor beter. Veertig jaar geleden werd hout nog veel minder in ovens gedroogd dan vandaag de dag het geval is. Natuurlijk gedroogd hout wint het op den duur altijd van geforceerd gedroogd hout, omdat bij natuurlijke droging, vrijwel alle vezels heel blijven. Bij geforceerd drogen breken er nogal wat houtvezels, wat voor de klankgeleiding niet bepaald bevorderend is. Het geforceerd drogen wordt gedaan om ervoor te zorgen, dat het hout niet kan nawerken nadat het in een instrument verwerkt is. Dit geeft de fabrikant minder klachten achteraf, maar helaas is dit wel ten koste gegaan van de superieure klank. Het hout van nieuwe gitaren mag door het drogen dan misschien gevrijwaard zijn van nawerking, maar dit wil niet zeggen dat het hout geen spanning meer in zich heeft. Een voorbeeld van hoe een nieuwe gitaarhals onder spanning kan staan: Vroeger werden fretten in de hals geklopt met een hamertje. De sleufbreedte werd perfect gezaagd voor de fret die erin gedreven werd. Zo oefende de fret geen spanning uit op het hout van de hals. Echter, tegenwoordig worden fretten in het hout geperst in een voorgesleufde hals. Maar, omdat de weerhaakjes aan de fret met het persen niet meer zijdelings onder het hout worden gedreven zoals bij het inkloppen, moeten de sleuven smaller worden gemaakt om de fretten goed vast te houden. Elke fret vormt zo een wig die kracht uitoefent op de hals. Wanneer je met een rechte hals begint, eindig je dan met een bolle hals wanneer eenmaal alle fretten zijn ingeperst. Om de bolling te voorkomen, beginnen fabrieken met een holle hals, zodat de hals recht is zodra de fretten erin geperst zijn. De wigspanning echter, die blijft helaas wel aanwezig, ook al is dit euvel nog zo mooi gemaskeerd. Oude instrumenten kennen dit probleem niet. Dit is maar een voorbeeld van spanning in het hout van een nieuw instrument. En waarom klinkt hout niet goed als het onder spanning staat? Het antwoord is, omdat gespannen hout geen lange golven doorlaat, alleen maar korte golfjes. Dus weinig lage tonen (warmte) en vooral hoge tonen. Een andere reden waarom oude instrumenten vaak mooi klinken is de lak. Lak kan zelfs bijdragen aan een goed geluid. Vroeger werd er andere lak gebruikt dan nu. Die lak was harder. Tegenwoordig wordt er veel PU-lak gebruikt en die ziet er fantastisch uit. Het beschermt je instrument beter dan ouderwetse lak, maar helaas is er een belangrijk nadeel. Polyurethane lak dempt de trillingen van het hout aan de oppervlakte. Dat kan erg kil en steriel klinken, zeker samen met hout dat spanningen in zich heeft. De hype rond oudere instrumenten is niet uit de lucht komen vallen. Muzikale mensen horen die verschillen wel degelijk. De puristen hebben eigenlijk maar twee keuzes. Een oud instrument zoeken, of een nieuwe laten bouwen door een gitaarbouwer, want dan heb je ook een ambachtelijk samengesteld en een goed gebouwd instrument. Beide opties zijn niet de goedkoopste, maar het leven is te kort om op een slechte gitaar te spelen. Alle prachtige marketingverhalen van de grote merken ten spijt. Je geluid zit vooral in het hout, maar ook in hoe het gedroogd is en hoe er mee is omgegaan tijdens de bouw. ==================================================================
18-2-2015
GIBSON ….en te hoge fretten
Hoge fretten kunnen een zegen zijn voor mensen die graag string-bending gebruiken. Met hoge fretten ondervinden je vingertoppen dan minder weerstand van het toetshout. Toch zijn hoge fretten niet voor iedere gitarist een zegen, want bij een stevige grip, kun je de boel behoorlijk vals knijpen. Ooit werd het ‘nieuwe’ Les Paul model door Gibson aangeprezen als ‘The Fretless Wonder’. Je voelde de fretten amper. Die waren destijds lager dan een millimeter. Bij sommige modellen die nu op de markt zijn, meet ik frethoogtes rond de 1,5 mm. Heel leuk, maar dus niet geschikt voor iedereen. De oplossing is natuurlijk het lager maken van alle fretten. Pittig klusje. Gibson heeft er ook een webpagina aan gewijd, voor wie het wil nalezen. http://www2.gibson.com/News-Lifestyle/Features/en-us/10-things-you-should-know-about-frets-0705-1.aspx ==================================================================
3-2-2015
REPARATIE VAN EEN KOPBREUK
Je mag hopen dat het nooit gebeurt, maar als het gebeurd is, wat dan? Het eerste dat je moet doen, als de kop nog een beetje vastzit, is voorzichtig de snaren losdraaien. Als het er erg kwetsbaar uitziet, kun je de spanning er onmiddellijk afhalen door de snaren door te knippen. Zoek een plastic zak die over de hele kop past en draai ter hoogte van de hals het zaakje dicht met tape. Eventuele splinters blijven dan bewaard voor restauratie. Breng de gitaar zo snel mogelijk, liefst binnen een week, naar je reparateur om de kop te lijmen. Lichtpuntje is, dat een vakkundig gelijmde kop, weer net zo sterk wordt als voorheen.
Volledig onzichtbaar is een dure aangelegenheid. Het kan ook gewoon netjes, met blijvende zichtbaarheid van de reparatie. Eigenlijk is dat ook eerlijker, vooral wanneer je later het instrument gaat verkopen. Voor het geluid en de sterkte maakt het in mijn ervaring allemaal niks uit. Het is even slikken als zoiets jou overkomt met je favoriete gitaar, maar bedenk dat je instrument er niet op achteruit gaat, wanneer de kop goed gerepareerd wordt. Bij verkoop kan het wel de prijs drukken, omdat een koper nou eenmaal ook de keuze heeft om een ongebroken exemplaar aan te schaffen. Dus lekker zelf op blijven spelen, zou ik denken. ============================================================
2-2-2015
AKOESTISCHE GITAAR Het ‘Alpha-syndroom’
Een nieuwe gitaar die in de winkel meteen goed klinkt, is wellicht een goede vondst. Toch moet je ook jezelf even afvragen, hoe deze gitaar over pakweg vijf jaar zal klinken. Een gitaar die meteen in de winkel al goed klinkt, heeft misschien een erg dun bovenblad en dat geeft flink volume. Een dikker bovenblad kan over vijf jaar heel wat beter klinken dan nu hij nieuw is. Een te dun bovenblad kan behoorlijk ‘uitbuiken’, en pas na een jaar optimaal strak staan.
Op dat moment staan de snaren al te hoog om nog fijn te kunnen spelen en de warme klank is bij zo’n strak gespannen bovenblad ook niet meer aanwezig. Ik noem dit ‘het Alpha-syndroom’. Daar tegenover staat, dat een werkelijk te dik bovenblad, nooit optimaal gaat klinken. Nee, dit noem ik niet het Beta-syndroom, maar het is wel zonde van je geld. Een echte vakman, kan je adviseren. Een advies overigens dat je misloopt bij het online bestellen van een gitaar. Dat is bijna Russisch roulette, want je moet maar afwachten wat je krijgt. Een instrument kun je dus echt beter bij een goeie winkel of bij een gitaarvakman kopen. ================================================================
20-1-2015
vervolg.
EGMOND PRINCESS is klaar. Dus nu mag Hare Majesteit wel even op de foto.
==================================================================
20-1-2015
EGMOND GITAREN EEN STUKJE NEDERLANDSE GITAARGESCHIEDENIS
Ik ben momenteel een gitaar aan het restaureren. Hij is van een vriend. Toevallig was precies zo’n gitaar, mijn eerste elektrische gitaar ooit. Het is allemaal geen goud wat er blinkt, maar wel erg leuk om dit te doen. Halzen van beukenhout, ter dikte van een halve tafelpoot, verende hals-body bevestigingen, messing fretten, zijn allemaal niet de eerste keus van de gitaarbouwer. Toch is Egmond een onmiskenbaar stukje vaderlandse gitaargeschiedenis. Even dacht ik erover een artikel erover te gaan schrijven, maar toen kwam ik een leuke website tegen die het hele verhaal chronologisch vertelt. In het Engels, dat wel. Veel plezier met lezen: http://www.egmond.se/egmond_se_History.html =================================================================
15-1-2015
HANDGEBOUWDE GITAREN Een gitaar helemaal met de hand bouwen is beslist geen kleinigheidje. Je begint met ontwerpen, je bepaalt de mensuur, je tekent het model op ware grootte en treft alle andere voorbereidingen die nodig zijn, om met bouwen te kunnen beginnen. Met grote zorg kies je het hout uit en dan begin je met het aftekenen en zagen. De twee afgebeelde gitaren heb ik in m’n eigen werkplaats zo vervaardigd. Als je echt alles handmatig wilt maken, zoals ik dat met deze twee heb gedaan, dan gebruik je messen in plaats van frezen, bijvoorbeeld om de gootjes voor de sierranden uit te sparen. Een gitaar bouwen op deze manier neemt zo’n 400 uren in beslag. Maar wat mag zo’n uniek instrument dan eigenlijk kosten? Wat wil iemand er voor betalen. Een heel leuke Martin heb je voor 2500 euro. In het hoofd van de gemiddelde gitarist is dat al een gigantisch bedrag voor een gitaar. Maar 2500, gedeeld door 400 uren is 6,50 euro per uur… Dan heb je daar ook nog je materiaalkosten in zitten. Stel dat je een normaal, nog redelijk goedkoop bedrijfsuur zou rekenen van 35 euro. Dan zou zo’n handbouwgitaar aan uren alleen al 14.000 eur moeten kosten. Reken er nog 500 euro aan materiaal bij, dan kom je uit op 14.500 euro. Da’s geen kattepies mensen. Als je Herman Hauser heet, dan mag je 28.000 euro rekenen voor een handgebouwde gitaar, omdat je opa gitaren heeft gebouwd voor Andres Segovia. Maar er zullen niet heel veel mensen zijn die het geld er aan uit willen geven. Toch zijn er ook in Nederland handbouwers. Ik bouw vooral om vakkennis en ervaring op te doen. Soms komt er ergens in Nederland een echte handgebouwde gitaar te koop. En eigenlijk is die nooit te duur, als je weet hoeveel uren erin hebben gezeten, om hem te maken. Veel gitaren vermelden op het label handgebouwd te zijn, maar zijn dan gewoon in een fabriek gemaakt en ja, ook daar gebeurt redelijk veel handmatig. Opgeteld, duurt het in een fabriek, zo’n twee uur om een gitaar in serieproduktie te maken. Toch is dat natuurlijk niet te vergelijken met een unieke gitaar van een bouwer. Zoiets valt eigenlijk onder kunst en zou van mij een ereplaats in het Rijksmuseum mogen krijgen. Ware het niet, dat zo’n gitaar dan weer niet bespeeld wordt. En dat zou toch zonde zijn. Dan maar zelf er op spelen en genieten van een gitaar die blijft inspireren om nieuwe muziek op te spelen, omdat ze anders is dan alle andere gitaren. ==================================================================
12-1-2015
Auto’s versus Gitaren Afgelopen dag, zag ik een documentaire op de Vlaamse TV over design. Uitgebreid kwam hier het door Henry Ford ontwikkelde T-model aan bod. Het idee was om een auto te produceren die functioneel, duurzaam en betaalbaar was. Met de lopende band productiemethode was het in het tweede decennium van de vorige eeuw mogelijk, om opgeteld in 99 minuten een T-Ford te maken. Mr. Ford dacht dat hij hiermee tot het einde der dagen door zou kunnen gaan, omdat er geen behoefte zou zijn aan iets anders. Het zou altijd, of duurder, of slechter, gecompliceerder en dus storingsgevoeliger zijn dan zijn T-Ford. Toch werd dit idee snel achterhaald. Andere autoproducenten introduceerde gekleurde auto’s. Hiervan had Henry Ford aanvankelijk gezegd, dat de T-Ford in alle mogelijke kleuren verkrijgbaar was, zolang die kleur maar zwart was. Uiteindelijk nam zijn marktaandeel zienderogen af. Andere merken maakten behalve gekleurde auto’s, ook nog, grotere-, warmere- en snellere auto’s. Hoe anders is het met de solid body elektrische gitaar gegaan. Na de in de vijftiger jaren van de vorige eeuw ontworpen Fender Telecaster, Stratocaster en de Gibson Les Paul, zijn er nog veel andere ontwerpen gekomen. Niet alleen van de concurrentie, maar ook Fender en Gibson zelf, brachten allerlei andere modellen uit. Vandaag is het toch inmiddels zo’n vijfenzestig jaar later. En welke gitaarmodellen zijn het meest geliefd? Inderdaad, dat zijn nog altijd de Telecaster, de Stratocaster en de Les Paul. Is dit alleen maar grappig, of een interessant fenomeen, of bestaat er nog een andere reden? Dat is behalve psychologenvoer, ook voor mij wel een vraag waar ik even over na wil denken. Wie het weet mag ’t zeggen. ===========================================================
6 jan 2015
Beknopt verslag uit de werkplaats. Onderhoud aan een Fender Custom Shop. Wat mij hier als gitaartechnicus meteen opvalt, is het ontbreken van de papieren stickers op beide raakvlakken van de hals/body verbinding. Dat is eigenlijk wel goed nieuws, want een optimaal contact van beide delen, wordt niet bepaald bevorderd door de aanwezigheid van deze productiestickers. De stempels en paragrafen vertellen ook het productieverhaal. Na enkele jaren intensief gebruik zijn de fretten op sommige plekken ingesleten. Hiermee is het fretvlak niet meer 100% optimaal. Je kunt er mee leven en je snaren wat hoger afstellen, of je wilt toch de optimale afstelling. In dat geval moet er aan gewerkt worden. Feitelijk gaat het om hooguit enkele tienden van een millimeter, maar het is merkbaar en in sommige gevallen ronduit storend, wanneer de snaar steeds aanloopt. Een gitaar die voor onderhoud komt, kijk ik ook altijd even na op alle andere punten, zoals de brug, de elementen, potmeters en de mechanieken en overige onderdelen. Deze gitaar kan in ieder geval weer een aantal jaren onbezorgd bespeeld worden.