- Laat de gitaar altijd op spanning staan, behalve bij het verwisselen van snaren.
Er wordt nog steeds weleens beweerd, dat het beter zou zijn om de snaren te ontspannen
wanneer de gitaar voor langere tijd niet gebruikt wordt. Dit is dus niet zo.
- Zorg er voor, dat je een gitaar altijd uit de buurt houdt van warmtebronnen zoals kachels verwarmingsradiators en direct zonlicht in de zomers. Hout kan er door kromtrekken en de lijm kan zacht worden bij blootstelling aan hoge temperaturen.
- Voorkom snelle temperatuurwisselingen. Dit kan bij vorst voorkomen. Wanneer het buiten bijvoorbeeld 5 graden vriest en de binnentemperatuur is 20 graden, dan is dat een plotselinge overgang van 25 graden.
Dat is slecht voor een gitaar. Laat de gitaar in zo’n geval 15-30 minuten in de koffer zitten met het deksel op een kiertje. Dit vertraagt de overgang.
- Gebruik nooit, maar dan ook nooit (boen-)was op een gitaar. Ook geen siliconenspray.
Dit zijn ware rampen voor een gitaar, omdat ze nooit meer helemaal te verwijderen zijn.
Wanneer de gitaar ooit bijgelakt moet worden of helemaal gelakt, kun je hierdoor hechtingsproblemen van de nieuwe lak op de ondergrond krijgen.
Een jarenlang door mijzelf beproefd onderhoudsmiddel voor je gitaar, is Pledge (van Johnson)
Let erop dat je de CLASSIC spray neemt, dus zonder bijenwas of andere was.
De hierin aanwezige beschermende stoffen bouwen geen lagen op en heeft tot nu toe bij mij nooit problemen opgeleverd met lakwerkzaamheden.
Een bus Pledge 10x goedkoper en vaak beter dan guitarpolish.
- Laat je gitaar eens ’n keer optimaal afstellen door een vakman. Zelfs splinternieuwe gitaren kunnen vaak beter spelen en klinken. De fabriek speelt vaak op ‘safe’. Snaren staan aan de hoge kant afgesteld, of de halsspanning aan de lage kant. Ook de toonzuiverheid laat vaak te wensen over. Eenmaal goed afgesteld blijft de gitaar dan jaren goed, tenminste als je dezelfde snaardiktes blijft gebruiken.
- Toonzuiverheid van je instrument is gemakkelijk te controleren. Breng de flageolet van een snaar tot klinken, door je vingertopje precies boven de 12e fret op de snaar te leggen. Sla de snaar nu krachtig aan en haal je vingertop snel van de snaar. Je hoort nu de flageolet (fluittoon) Deze toon moet dezelfde toonhoogte hebben als wanneer de snaar ingedrukt is in het 12e vakje.
Is dit niet het geval, dan moet de gitaar mogelijk afgesteld worden, of de snaren zijn aan vervanging toe.
- Snaren gaan langer mee, als je ze na het spelen even droog maakt met ’n pluisvrij doekje.
Een oude glazendoek of flinke zakdoek is hiervoor meestal wel geschikt.
Ook een oud T-shirt kan hiervoor goede diensten bewijzen.
Wanneer een gitaar snel ontstemt, vervangen mensen vaak de stemmechanieken. Toch is dit meestal niet de reden van het probleem. Heel vaak is er dan sprake van frictie op de brug of kopkam (de nut). Ook kan er op de nut een vuiltje onder de snaar vastzitten. Dan hoor je de gitaar ‘krieken’ tijdens het stemmen. Zo’n vuiltje laat zich doorgaans gemakkelijk verwijderen. Even de snaar uit de groef tillen en bijv. met je nagel, of met een hard papiertje even door het groefje gaan, zodat je het vuiltje eruit duwt.
- LEMON-OIL, of toetsolie.
Mijn tip is, om geen olie op je toets te smeren, maakt niet uit wie het ook zegt.
In de werkplaats zie ik de erbarmelijke resultaten van het gebruik van olie op de gitaartoets.
Het toetshout droogt erdoor uit, vooral bij regelmatig gebruik. Dat komt omdat het doorgaans vluchtige olie is en die lost het vet op, dat van nature in het hout aanwezig is en daar ook moet blijven zitten, om het hout vitaal te houden. Beter niet (meer) gebruiken dus.